Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Doch er was niemand geweest gelijk Achab, die [37]zichzelven verkocht had, om [38]te doen dat kwaad is in de ogen des HEEREN, dewijl Izebel, zijn huisvrouw, hem ophitste. 37. Zie boven, vs.20. 38. Zie boven, hfdst.11 vs.6.